In de film The dark horse is een belangrijke rol weggelegd voor het schaakspel. Dat is niet altijd een reden om als schaakliefhebber naar de bioscoop te rennen. Schaken en film is een moeizame combinatie. Schakers zijn in films meestal gek, slecht, contactgestoord of dit allemaal te gelijk. De schaakstukken zijn ook niet sexy genoeg. In sciencefictionfilms krijgen de stukken een futuristisch uiterlijk, terwijl in de eerste Harry Potter film sprake is van een levend schaakspel. Dan is dat suffe schaken ten minste spannend. Deze film is echter een aangename uitzondering.
The dark horse gaat over het leven van Genesis Potini, een schaakgrootmeester uit Nieuw Zeeland. Hij leidt echter aan een bi-polaire stoornis, waardoor een grote schaak carrière er voor hem niet in zit. Ontslagen uit de inrichting, besluit hij zich in te zetten voor kinderen in achterstandswijken. Hij maakt van de jeugdschaakvereniging “the Eastern knights” , tot zijn komst niet meer dan een jeugdhonk, een echte schaakclub. Verder probeert hij hen klaar te stomen voor een belangrijk jeugdschaaktoernooi. Door een groepsgevoel te creëren en de kinderen een doel te geven weet hij de kinderen een gevoel van eigenwaarde te geven.
Het begin van de film is even schrikken voor de schaakliefhebber. Genesis Potini heeft een aanval van zijn stoornis en wordt in een busje afgevoerd naar een inrichting. Een typische gekke schaker, zou de leek zeggen. De film begint als Genesis met hulp van zijn broer wordt ontslagen uit de inrichting en volgt zijn poging weer richting te geven aan zijn leven. Dit is door zijn stoornis niet makkelijk. Bovendien is de broer van Genesis leider van een criminele bende en is de woonomgeving op zijn zachtst gezegd troosteloos.
De film gaat eigenlijk niet zozeer over schaken, maar over menselijke waardigheid. Mooi om te zien is hoe iemand iets dat hij goed kan, het schaken, gebruikt om zichzelf en anderen weer een doel te geven en zo hun zelfvertrouwen te vergroten. Het schaaktoernooi is vind ik goed in beeld gebracht. Vooral de zenuwen van de meelevende coach en toeschouwers zijn zeer herkenbaar. Ook de reacties van de kinderen als ze verloren of gewonnen hebben zijn leuk in beeld gebracht. De eerste aanblik van de jeugdschaakclub (een grote puinhoop) is ook aardig en uit het leven gegrepen.
De hoofdrolspeler vind ik erg goed en de soms moeizame emotionele relaties worden overtuigend gespeeld. Natuurlijk zijn er ook kritiekpuntjes. De film wil toch een soort feelgood movie zijn en mensen een hart onder de riem steken. Hierdoor ontkomt de film niet helemaal aan de bij dit genre horende clichés. Het einde vond ik niet heel erg realistisch. Genisis laat zich tijdens het toernooi wel erg gaan. Ik kan mij niet voorstellen dat dit in een daadwerkelijk toernooi zal worden getolereerd. Toch is deze film een aanrader. Een film die belangrijke menselijke waarden verbind met het schaakspel. Wat wil je als schaakliefhebber nog meer! De film is in ieder geval tot en met Woensdag te zien in het filmhuis in Den Haag.