Een apart aspect van het schaken is dat de spelers remise kunnen aanbieden. Dit brengt zo zijn eigen problemen met zich mee. Moet je het aannemen of niet? In onderstaande stelling bood mijn tegenstander remise aan. Na tien minuten denken besloot ik het aan te nemen. Ik werd door mijn duidelijk opgeluchte tegenstander nog net niet uitgelachten, maar veel scheelde het niet. Dit zet je aan het denken.
Eerst de objectieve analyse: zwart staat beter tot gewonnen. De computer geeft een waardering van -1. Hij heeft een paard en een loper voor een toren, de betere pionstelling en zijn stukken staan actiever. De witte koning staat vrij onveilig en de witte pionnen op de damevleugel kunnen niet opgespeeld worden. Aan de andere kant is ook niet duidelijk te zien hoe zwart verder moet komen. Zowel de witte als de zwarte stukken hebben niet veel aanknopingspunten. Er is nog een lange weg te gaan tot de winst, maar zwart had moeten doorspelen. De truc is globaal gesproken met de twee stukken de vijandelijke toren te overbelasten, zodat je enkele pionnen kunt snoepen.
Waarom neem je remise aan, terwijl je zelf ook wel ziet dat je beter staat? Dit heeft te maken met het verloop van de partij, de vorm van de dag en je persoonlijke karakter. In deze partij had ik slecht tot verloren gestaan. Een remise voelt dan al als een overwinning. Ik zag die avond bovendien weinig en had moeite varianten goed door te rekenen. De stelling biedt geen duidelijke aanknopingspunten. Het vooruitzicht nog een uur te moeten breien aan een stelling terwijl je niet lekker in je vel zit was niet echt aanlokkelijk. Een laatste punt is dat ik slecht tegen mijn verlies kan. Dit houdt in dat ik verliezen erger vind dan niet-winnen. Remise voelt dan als het halve ei boven de lege dop.
Niet willen verliezen is een goede eigenschap voor een sporter, maar angst voor verlies een slechte. Bij het schaken brengen scherpere systemen en zetten meer kansen op verlies, maar ook op de winst. Natuurlijk wil je de meest zekere weg naar een resultaat vinden, maar op een gegeven moment is deze hang naar zekerheid niet productief meer. Als je altijd risico’s wilt uitsluiten, zullen veel partijen in remise verzanden. Nog belangrijker is dat je bepaalde stellingen ook nooit zult leren spelen, omdat je ze vanwege het mogelijke risico al mijdt. Af en toe moet je een sprong in het diepe durven wagen.
Remise aannemen terwijl je beter staat is een klassiek geval van resultaat op de korte termijn ten koste van de lange termijn. Je hebt een half punt, maar je leert er niet beter van schaken. Het was leerzaam geweest om te proberen met zwart de stelling te winnen. Om te kunnen winnen, moet je ook kunnen verliezend. Durf te verliezen, wordt voortaan mijn motto.