Stelling na 30 … Lf5, wit aan zet
Het brein van een schaker is een wonderlijk ding. Naar buiten toe produceert het koele en logische zetten. Aan de binnenkant kan het een schimmig brouwsel zijn waar kwalijke dampen uit opborrelen.
In de diagramstand had ik wit. Mijn tegenstander heeft het Wolgagambiet niet goed aangepakt. Hij staat een pion achter, zijn stukken werken niet samen en zijn koning staat onveilig. Ik wist het als volgt te winnen 31. Le4 Dd7 ( de loper kan niet geslagen worden wegens mat) 32. g4 hg4: 33 h5 e6 34 hg6: Lg6: (slaan met Toren of de koning leidt ook tot mat) 35. Df6+ Kh7 36 Dh6 mat.
Dat ziet er strak uit en mijn tegenstander knikte bewonderend. Hij zag niet de chaos in mijn hoofd die uiteindelijk tot deze zetten had geleid. Allereerst heb ik na Dd7 lang zitten denken over het slaan van de loper op f5 om daarna gewoon de druk op te voeren. Uiteindelijk heb ik die afgewezen omdat ik nog vage verdedigingskansen zag. Die zijn er niet. Ook na 31 Lf5: gf5: 32 Taf1 wint wit makkelijk. De toren dreigt via e6 binnen te komen en dat kost in ieder geval nog een pion.
Daarnaast had ik bij de start van de combinatie het matmotief niet eens gezien. Ik had alleen overwogen dat na mijn zet 34. hg6: nemen met de toren niet gaat wegens mat en nemen met de koning leidt tot dameverlies. Ik schrok enorm van het zwarte antwoord Lg6:. Had ik iets totaal over het hoofd gezien? Pas toen zag ik dat het mat ging en dat werkt ook alleen omdat de zwarte koning door de zwarte pion op g4 niet naar voren kan lopen. De koning gaat dan mat op h5. Mijn rekenwerk was dus wel een beetje een rommeltje. Nu liep het goed af, maar op andere momenten kan dit punten kosten.
Na afloop van de partij had ik gemengde gevoelens. De combinatie is mooi, maar ik baal er wel een beetje van dat ik niet in staat was het helemaal tot aan het einde goed door te rekenen. Het blijft daarmee toch een beetje schaken op gevoel. Uit een hoofd vol chaos, kwam een mooie zettenreeks te voorschijn. Maar Magnus Carlsen hoeft zich nog geen zorgen te maken.