Toeschouwer zijn bij het schaken lijkt op het eerste gezicht niet erg aantrekkelijk. Met een beetje pech is er eens in de 20 minuten actie, dat wil zeggen een speler doet een zet. Niet echt een sport voor de aan actie en snelheid verslaafde moderne mens. Toch is dat schijn. Kijken naar een schaakwedstrijd kan vreselijk spannend en zenuwslopend zijn, zeker vergelijkbaar met het kijken naar een strafschoppenserie bij een voetbalwedstrijd.
Juist het langzame tempo veroorzaakt een groot deel van de spanning. Je ziet een mooie zet voor één van de spelers en dankt als toeschouwer “zou hij het zien”. Of je staat naast het bord en ziet een speler een afgrijselijke bok schieten. Bij de meeste sporten kan je als toeschouwer dan gillen of schreeuwen. Dat kan bij het schaken natuurlijk niet. Sterker: zelf ben ik altijd bang zelfs al door een verbaasde blik of opengesperde mond iets te verraden. Het gevolg is dat je, zeker als er iets op het spel staat, met een hoop opgekropte emoties rond loopt.
Toeschouwer zijn bij een schaaktoernooi is weer een belevenis op zich. Een zaal vol schakende mensen, volledig geconcentreerd, waar alleen het geluid van ingedrukte klokken te horen is, geeft mij altijd een warm gevoel. Bovendien is er altijd wel een partij aan de gang war het bord in brand staat. Hoe hebben ze dit op het bord gekregen, denk je dan altijd.
Bij grote toernooien met grootmeesters heb je vaak een aparte zaal waar commentaar wordt gegeven. Aan de ene kant gebeurt dit nog op dezelfde manier als in toen Max Euwe in 1935 wereldkampioen werd. Een sterke schaker analyseert de stand en vertelt wie er beter staat. Het publiek doet suggesties, soms goede, meestal minder goede. Met de komst van de computer en andere technische hulpmiddelen is er echter ook veel veranderd. Door sensoren in het bord is iedere gespeelde zet meteen bekend. Eerder moesten zetten door een notulist wordt genoteerd en doorgegeven. In tijdnoodfases natuurlijk een crime. Daarnaast kijkt de computer mee tijdens de partij. Omdat de computers zo sterk spelen zorgt dit voor een wat andere belevenis voor de toeschouwer. De vraag “wat gaat er gebeuren” is in zekere zin vervangen door “zullen de spelers het zien”.
Om een schaaktoernooi bij te wonen hoef je soms niet meer door weer en wind naar de speelzaal. Ook thuis via het internet kan je van het schaakspel genieten. Enerzijds is dit jammer, omdat toeschouwers rond de speelzaal voor sfeer zorgen. Aan de andere kant kan je nu toernooien over de hele wereld volgen en schakers over de hele wereld kunnen commentaar geven. Zoals altijd hebben nieuwe ontwikkelingen zon- en schaduwzijden. Een ding blijft echter overeind: toeschouwer zijn bij een schaakpartij blijft boeiend!