Skip to content Skip to footer

Olympische gedachte

Gaan mensen meer sporten door dat er tegenwoordig zoveel sport op de televisie is? Deze gedachte kwam bij mij op toen ik deze zomer naar de olympische spelen zat te kijken. Die zijn een feest voor de sportkijker. Twee weken lang topprestaties, perfect in beeld gebracht. Er zijn kundige experts die onbekende sporten toelichten. Boogschieten blijkt plotseling veel spannender dan je altijd dacht. Maar ga je dan ook zelf de boog ter hand nemen?  En belangrijker: leiden eventuele enthousiaste aanmeldingen tot meer beoefenaren? Dit valt te betwijfelen.

Topsport op tv zet de huis- tuin- en keukensporter op het verkeerde been. Je ziet alleen de eindprestatie die het resultaat is van heel lang en hard trainen. Zelf bewapend met pijl en boog blijkt het doel verrassend lastig te raken. Als het al lukt een pijl een beetje fatsoenlijk af te schieten. Teleurstelling ligt op de loer als je met het beeld van topprestaties voor ogen aan een sport begint.

De nadruk die wordt gelegd op het winnen van medailles heeft ook negatieve effecten. Een zeilster was al ontevreden met een tweede plek. Dit is een goede eigenschap als je heel veel talent hebt en streeft naar het allerhoogste. Als je de beste wilt zijn, dan moet je op alle details letten en altijd kijken wat beter kan. Als de motivatie om een sport te beoefenen alleen maar de overwinning is, ben je wel kwetsbaar. Er kan er maar één winnen en de meeste mensen verliezen meer partijen dan ze winnen. Je moet ook plezier hebben in het beoefenen van de sport zelf. Dit geldt zelfs als je topsporter bent en het je baan is, maar  helemaal voor de liefhebber.

Nuttig voor de sportclubs is de extra aandacht voor die sport op tv. Bovendien is het fantastisch om te zien die een activiteit volledig beheersen. Hoe boeiend is het niet om bij het schaken een spectaculaire aanvalspartij van Tal na te spelen of om te zien hoe Magnus Carlssen en gelijke stand toch in winst weet om te toveren. Dit draagt bij aan de fascinatie voor de sport.

Maar het plezier in het beoefenen van de sport is onafhankelijk van het niveau. Een huisschaker die met een standaard dameoffer mat kan geven met het paard zal daar evenveel plezier aan beleven als een topschaker aan het tot winst voeren van een moeilijk eindspel. Dit plezier moet niet bedorven worden door het onbereikbare ideaal van altijd willen winnen. In dat opzicht is het aloude olympische ideaal “meedoen is belangrijker dan winnen” voor amateursport dan de topsportmentaliteit.

Leave a Comment

0.0/5