Schaken is een sport voor jong en oud. Een schakende baby is bij mijn weten nog niet gesignaleerd, maar van minstens acht tot tachtig kan er geschaakt worden. Als je ouder wordt ga je wel andere dingen in het schaken waarderen. Je sterke en zwakke kanten als speler veranderen ook.
Bij kinderen overheerst het spelelement. Ze vinden het leuk puzzels op te lossen en willen vooral winnen. Kinderen spelen bijna altijd snel. Omdat fysieke kracht geen rol speelt, is het zeker niet zo dat schaken tegen een kind automatisch een punt betekent. Kinderen leren snel en kunnen vlug varianten doorrekenen, zeker als ze les krijgen. Daarbij komt dat ze vaak toernooien spelen en dus veel wedstrijdervaring hebben. Een paar keer ben ik door een schaker, die nauwelijks boven de tafel uit kwam, van het bord getimmerd. Niet erg bevorderend voor je ego.
Naarmate je langer schaakt bouw je natuurlijk meer ervaring op. Het strategisch inzicht wordt ook beter. Uiteindelijk leer je schaken toch vooral door in de praktijk schaakproblemen op te lossen. Je merkt welke stellingen je wel en niet liggen. Dit proces gaat je hele leven door en in die zin wordt je steeds beter. Wel is het zo dat ook het schaken natuurlijk weer verandert. Dit geldt bijvoorbeeld bij de waardering van openingssystemen. Oudere schakers hebben vaak niet de tijd of de ambitie om alle nieuwe ontwikkelingen bij te houden. Bovendien vermindert toch je concentratievermogen waardoor rekenen lastiger is. De voorkeur van oudere schakers gaat vaak uit naar wat voorzichtigere openingen en duidelijke stellingen, waarbij het vooral aan komt op inzicht en ervaring.
Wanneer bereik je de top als schaker? Dat verschilt natuurlijk voor ieder mens. De gemiddelde leeftijd van de top-10 ligt op dit moment op ongeveer 33 jaar. Dit is wat hoger dan 15 jaar geleden, wat vooral komt omdat Anand en Kramnik het nog zo goed doen. Een topschaker van boven de 50 is echt een uitzondering. In de huidige top 100 staan 2 schakers die ouder zijn dan 50. Vaak zie je bij oudere topschakers eerst de resultaten wisselvalliger worden, gevolgd door een dalende positie. Oude schakers kunnen nog prachtige partijen winnen, maar een heel toernooi in topvorm zijn lukt niet meer.
Genieten van het schaken kun je je hele leven blijven doen. Iedere schaakpartij is toch weer een avontuur met eigen problemen. Het oplossen van deze problemen lukt soms minder goed, maar iedere vondst geeft toch weer een geluksmoment. Een verrassende zet, een stelling waar plotseling een rare wending in zit of een spannend toreneindspel. Het schaakspel blijft boeien voor alle leeftijden.
V