Snelschaakpartijen zijn een vorm van ontspanning voor de schaker en een bron van vermaak voor het publiek. Bij het snelschaken hebben beide spelers weinig bedenktijd, meestal 5 minuten. Als de tijd op is, heb je verloren zelfs al heb je een dame voorsprong. Wel moet je nog materiaal hebben om mat te zetten. Anders is de partij remise. Sommigen vinden zelfs dat nog te lang duren en beperken de bedenktijd tot twee of zelfs één minuut. Zelf trek ik de grens bij vijf minuten. Bij minder bedenktijd wordt het meer een wedstrijd klokrammen dan een schaakpartij.
Snelschaken is een aparte tak van sport en je moet er enige aanleg voor hebben. Je hebt natuurlijk geen tijd om alles goed uit te rekenen. Intuïtieve en spontane spelers zijn over het algemeen betere snelschakers dan bezadigde, bedachtzame types. Met het klimmen der jaren neemt de snelschaakkunde over het algemeen af. Kinderen zijn meestal van nature al snelschakers en als je jonger bent dan 30 heb je meestal nog genoeg branie om goed te kunnen snelschaken.
Bij het snelschaken is ervaring en kennis nog belangrijker dan bij een reguliere schaakpartij. Juist omdat je niet alles kan doorrekenen, wordt een groot beroep gedaan op je algemene schaakbagage. De gouden openingsregels, kennis van pionstructuren en standaardcombinaties. Vaak doe je een zet op gevoel, maar dit is vaak gestolde kennis van schaakpartijen die je eerder hebt gezien en gespeeld. Openingskennis is cruciaal. Als je in een ingewikkelde variant terecht komt die je niet kent ben je normaal gesproken verloren.
Psychologie en bluf spelen een grotere rol dan in een reguliere partij. Natuurlijk kan je ook in een gewone partij bluffen met een verrassende zet, maar dan heeft de tegenstander alle tijd om na te gaan of de zet correct is of niet. Het materiaal is minder belangrijk dan een actieve stelling. Als je in ruil voor een pion allerlei dreigingen kan creëren, moet je dat in een snelschaakpartij niet nalaten. Niet altijd is aanvallen het makkelijkst. Soms moet je vrij nauwkeurig spelen om de aanval te doen slagen. Met weinig tijd is een foutje dan snel gemaakt. Opgeven bij een snelschaakpartij doe je niet zo snel. De stand op de klok is immers ook belangrijk. Bovendien is ook in een snelle partij niets moeilijker dan het winnen van een gewonnen stelling. Menigmaal verandert een punt van eigenaar.
Vroeger, toen schakers nog echte heren waren, werd snelschaken gezien als een tijdverdrijf van querulanten. Echte schakers deden zo iets niet. Tegenwoordig wordt het snelle spel heel wat serieuzer genomen. Niet alleen is er een WK snelschaken, ook in reguliere matches om het wereldkampioenschap is het nuttig snel te kunnen spelen. Als de match gelijk eindigt, kunnen snelschaakpartijen beslissen wie er wereldkampioen wordt. Voor huisschakers is snelschaken nuttig om je intuïtie `te testen. Bovendien kan je, omdat er meestal niet veel op het spel staat, iets nieuws uitproberen. Bovenal is het echter leuk en ontspannen. Een snel partijtje na een serieuze schaakwedstrijd is een mooie afsluiting van een schaakavond.