Skip to content Skip to footer

Schaken en dammen (2)

Enige tijd geleden schreef Martin in zijn column Schaakschetsen een bericht over Schaken en dammen. (klik hier).

Onze eigen Wim Eijgenraam, schaker en dammer, schreef hier een mooie reactie op, die hieronder is te lezen.

De column van Martin  over zijn zienswijze op beide spelen vraagt natuurlijk om een weerwoord van een dammer pur sang, al is hij ook schaker en met plezier !

Dammen en Schaken zijn volgens hem niet als water en vuur.  Die stelling kan ik onderschrijven.     Het zijn denkspelen, die elkaar op hetzelfde bord tegen komen maar daar houdt de vergelijking mee op. Dat schakers, dammers vaak niet helemaal serieus nemen is evident, maar dit leidt zeker niet tot een minderwaardigheidscomplex.  Dammen is minstens gelijkwaardig en van een heel andere orde !

Dat Schaken aantrekkelijker oogt is zonder meer waar, de stukken imponeren vooral  als er een grootheid achter het bord zit. Kom daar maar eens om bij het Dammen met  zijn platte schijven. Het lijkt op het oog simpel  en makkelijk te leren (daar komt de kwalificatie van kinderspel !) maar het verbergt in het verloop van het spel een diepte, die oneindig lijkt in zijn mogelijkheden., die zelfs dammers verbaast doen staan. Het is ook een strategisch spel om de beste positie in het eindspel.

Is Schaken moeilijker dan Dammen ? Voor mij is het Schaken overzichtelijker doordat  stukken en de loop ervan bekend  zijn.  Een bedreigt stuk mag teruggezet worden en je ziet eerder dan Dammen waar de dreiging vandaan komt.  Wat dit betreft zit ik rustiger achter het bord.

Bij het Dammen is alertheid vanaf de beginfase geboden. Als Wit twee zetten heeft gedaan, kan hij door de Haarlemmerslag  door zwart twee schijven verliezen.  Een hopeloze achterstand.  Zo zijn er nog een vijftigtal  min of meer diepgaande  damslagen bekend, alle met een eigen naam. Dat betekent ook, dat iedere schijf, die op het bord staat aanleiding kan zijn voor een combinatie, die tot een dam leidt, die ook weer afgenomen kan worden als de berekening faalt.

De voornaamste regels zijn:  Slaan moet, schijf aanraken is zetten. Meerslag gaat vóór damslag. Is die stand gelijk dan mag je kiezen. Goed rekenen en een goed voorstellingsvermogen is wel gewenst.  Zelfs in kleine standjes met weinig schijven in het eindspel  is het oppassen, vooral als er al dammen in het spel  zijn, die een groter actieradius op het bord hebben; wat kan leiden tot een  verrassende uitslag. 

Wat weinig mensen weten is  dat het woord´Dammen´ staat voor 3 varianten:  Het 64- ruitenbord  -het 100 ruitenbord en het  144-ruitenbord.  Vóór de 12e eeuw werd al gedamd op het 64- ruitenbord  met circa 12 schijven.  Tot op heden zijn er nog  landen, die zich daar aan vast  houden ( vooral waar Engels  gesproken wordt) met per land, soms regio , afwijkende spelregels.                                                                                                                                                  

Het 100- ruitenbord verscheen in 1600. In het West Fries museum in Hoorn hangt zo’n exemplaar. Dit bord met 20 schijven op de donkere velden is in de Damwereld erkent als het Internationale spel en wordt nu mondiaal gespeeld. Het is gebleken dat het spel op 64 velden met 12 schijven te beperkt is en op het 144 – ruitenbord te lang duurt.  De laatste werd  overigens alleen in Canada gespeeld. Was het vroeger een Europese aangelegenheid . Thans zijn de Aziatische landen , Afrika en Zuid Amerika ook in beeld.   De Wereldbond Dammen beijvert zich om het te promoten.  Afgelopen eeuw werd er al verband gelegd  met de twee andere varianten om tot het  mondiale spel  over te  gaan.                                                                 

Wim Eijgenraam

Leave a Comment

0.0/5