Skip to content Skip to footer

Miniaturen

Een schaakpartij kun je heel snel verliezen. De kortste partij duurt 2 zetten (1.f3 e5 2. g4 Dh4 en mat). Het zogenoemde narrenmat is een andere bekende (1. e4 e5 2. Lc4 Lc5 3. Dh5 Pf6 4. Df7 mat), Ik denk dat iedereen als beginnende schaker dit trucje wel heeft uitgeprobeerd. De lijst van dit soort korte partijen kan eindeloos worden uitgebreid. Een korte partij, een partij van zeg minder dan 25 zetten, wordt met een chique woord een miniatuur genoemd.

Sommige korte schaakpartijen zijn eigenlijk niet echt een partij. Soms, zoals bijvoorbeeld bij het narrenmat, is er sprake van een valstrik in de opening. Dit is meer een test of iemand een trucje kent dan wie de sterkste schaker is. In andere gevallen begaat een speler een flater in de opening. Zelfs grootmeesters overkomt dit. Ook wereldkampioenen als Karpov en Petrosjan hebben zeer snelle nederlagen geleden. Voor de gewone schaker erg fijn: de goden worden weer terug gebracht tot gewone stervelingen.

Interessanter is het als er wel sprake is van een echte wedstrijd. Het kan zijn dat een scherpe opening wordt gespeeld die snel tot een crisis komt. De partij die het eerst komt wint de wedstrijd. Een andere mogelijkheid is dat een partij een gezonde strategische opzet lijkt te volgen, die echter net tot een tactische wending wordt weerlegd. Een laatste mogelijkheid is dat één van de partijen een strategisch plan volgt dat niet blijkt te werken. Je speelt op een bepaald kenmerk van de stelling, maar in dit specifieke geval blijkt een ander kenmerk veel belangrijker.

Miniatuurpartijen zijn leuk en leerzaam. Als je een lange schaakpartij ziet als een roman, dan is een miniatuurpartij meer een novelle of een aflevering uit een sitcom op tv. Er is in de partij één intrige die snel tot uitbarsting komt. Het is nuttig dit soort wendingen te kennen en eventueel in andere situaties toe te passen. Verder zit er een soort humor in deze korte partijen. Op een onverwachte manier blijkt een veilig lijkende stelling opeens verloren.

Korte partijen zullen altijd blijven voorkomen, maar ik denk dat ze onder topspelers wel steeds schaarser worden. De voorbereiding en kennis van het schaakspel is sterk verbeterd. Bovendien kijkt de computer mee. Die ziet tactische wendingen in een oogopslag. Voor de gewone huisschaker blijft het oppassen. Het ongeluk zit in een klein hoekje en voor je het weet zit je binnen het uur met een nul op zak te somberen bij de bar van de schaakclub. En zelfs als het niet meer nuttig is voor de praktische schaakpartij: het blijft altijd vermakelijk naar bloopers te kijken!

Leave a Comment

0.0/5