Een schaakpartij kan op veel manieren verrassend snel worden verloren. Het is daarom nuttig na te denken over de manier waarop je een schaakpartij wil beginnen. Gelukkig hoef je niet alles zelf opnieuw te bedenken. Schakers hebben altijd nagedacht over openingsvallen en openingssystemen. Hele bibliotheken kunnen hiermee worden gevuld. Dit schept voor de huisschaker een nieuw probleem. Hoe vind ik de weg in dit doolhof van mogelijkheden. Laat ik als huisschaker wat tips proberen te geven, gebaseerd op eigen ervaring en op wat ik over dit onderwerp heb gelezen.
1. Heb een plan
Planloos spel leidt in het schaken altijd tot rampspoed. Bedenk dus vooraf wat voor soort partij en stelling je op het bord zou willen hebben. Wil je een langzame laveerpartij of juist een partij waarbij snel een crisis wordt geforceerd?
2. Ken de basiskenmerken van het openingssysteem
Elke opening heeft zijn eigen basiskenmerken. Bij het Frans zijn dat bijvoorbeeld de zwakke pion van zwart op e6 en zijn slechte loper, waarvoor zwart mooie halfopen lijnen als compensatie heeft. Het heeft weinig zin om uitgebreide zettenreeksen te leren, als de kenmerken van de opening je niet liggen. Goede schaakboeken geven niet alleen zettenreeksen, maar leggen ook de kenmerken van de opening uit. De schaakboeken van Paul van der Sterren zijn voor de huisschaker zeer geschikt. Tegenwoordig ontkom je er niet aan mensen ook te verwijzen naar internet. Ook daar (bijvoorbeeld op youtube) is veel informatie te vinden, al is deze wel vaak in het Engels.
3. Gebruik de gouden openingsregels als parachute
Wat nu als je in een opening terecht komt die je niet kent? In zo’n geval heb je altijd nog de basisregels van de opening. Probeer het centrum te beheersen, zorg voor de ontwikkeling van de stukken, zorg voor de veiligheid van de koning (probeer te rokeren). Wees ook een beetje pragmatisch. Als je tegenstander een pion aanbiedt in de opening, dan heeft hij dit waarschijnlijk voorbereid. Het kan dan slim zijn de pion niet te pakken en een andere zet te spelen.
4. Openingen leer je in de praktijk
Hoe veel je ook studeert, uiteindelijk zul je in de praktijk moeten toetsen of een systeem je bevalt. Probeer dus eens in een vriendschappelijke partij een andere opening uit. Het is ook zeer nuttig om grootmeesterpartijen te bekijken waarin “jouw” opening wordt gespeeld. Zo zie je immers, hoe grootmeesters van bepaalde openingskenmerken gebruik maken.
5. Ken openingsvallen, speel ze niet
Elke opening heeft zijn eigen valstrikken. Het scheelt een hoop nederlagen als je hiervan enigszins op de hoogte bent. Het spelen op valstrikken is echter niet aan te raden. Vaak sta je slechter als een tegenstander de valstrik kent en de juiste zet speelt. Bovendien is het niet echt bevredigend om met een valstrik te winnen. Je wilt een schaakpartij spelen, en niet winnen met een trucje.
6. Hoeveel tijd wil je besteden?
Een openingsrepertoire opbouwen kost altijd tijd, maar het verschil tussen de openingssystemen is aanzienlijk. Sommige systemen en varianten zijn tot in het eindspel geanalyseerd. Te denken valt aan de Meraner variant van het Slavisch, de afruil variant van het Grünfeld Indisch of het Marshall gambiet in het Spaans. Dergelijke systemen zijn minder aantrekkelijk om te spelen. Het kost veel tijd ze te doorgronden en de schaakwedstrijd ontaard al snel in een geheugenwedstrijd. Wil je wat minder tijd besteden aan de opening, dan zijn bijvoorbeeld het Hollands (zwart beantwoord d4 met f5) of het Scandinavisch te overwegen (e4 wordt beantwoord met d5).
7. Ken je tegenstander
Het is belangrijk je tegenstander te kennen of, als je voor het eerst tegen iemand speelt, te proberen in te schatten wat voor vlees je in de kuip hebt. Schaken lijkt in een bepaald opzicht op judoën. Je probeert de tegenstander uit zijn evenwicht te brengen. De kunst van de opening is een systeem op het bord te brengen dat jou ligt en de tegenstander niet. Het kan natuurlijk zijn dat je van hetzelfde type spel houdt. In dat geval sta je voor de keuze: ga je de discussie aan en vertrouw je op je eigen kennis of bereid je iets totaal nieuws voor, Een beetje psychologie komt hier natuurlijk ook bij kijken.
De tips zijn noodzakelijkerwijs erg globaal. Het hangt namelijk heel erg van je eigen voorkeuren af welke systemen je aanspreken. Sommigen houden van aanvallen en dynamisch spel, anderen beginnen liever wat meer afwachtend. Belangrijk is vooraf na te denken wat voor stelling je in het middenspel op het bord zou willen hebben, wat voor partij je zou willen spelen. Dat vergroot de kans dat deze ook daadwerkelijk op het bord komt.