Skip to content Skip to footer

Beren

Hans Mes – Martin Mellens Stelling na 11 Dd4, zwart aan zet.

 

Soms mis je kansen doordat je spoken ziet. Bovenstaande stelling kregen Hans Mes (wit) en ik (zwart) afgelopen dinsdag op het bord. Hans heeft een pion geofferd voor aanvalskansen op de koning, maar hier is die aanval doodgelopen. Ik speelde Df6 en haalde na 12 Pd2: Dd4: 13 cd4: Pf6 na lang ploeteren het punt binnen.

Iedere rechtgeaarde schaker kijkt natuurlijk naar 11 … ef3: maar na lang denken durfde ik het toch niet aan. De volgende dag kon ik rustig en met hulp na de computer nog eens naar de partij kijken. Toen bleek dat het wel kon. Er zou kunnen volgen 11 … ef3: 12. Dh8: (andere zetten zijn of niet interessant of komen op hetzelfde neer) Dh4. Nu gaat 13 g3 natuurlijk niet wegens Dh3, maar wit heeft 13. Le8+

Vanwege deze zet durfde ik het offer niet aan. Ke8: gaat natuurlijk niet wegens Dg8: Dus 13 … Kf8. Nu staat het paard gepend en ik was bang dat de dame kon ontsnappen. Beren zien die er niet zijn: de grote vijand van de schaker. Als je alles rustig analyseert blijkt dat zwart toch gewonnen staat. 14 g3 gaat natuurlijk niet wegens Dh3 en mat en torenzetten helpen ook niet. Dus 14 h3 is het enige, maar dan volgt 14 … Dg5 met een vreselijke matdreiging. Ik had niet gezien dat deze zet zo sterk was. Op g4 volgt Df4 en mat op h2 en op g3 volgt Lg3: en mat na 15 fg3: Dg3: 16. Kh1 Dg2 mat.

Kan je een keer in de voetsporen van Adolph Andersen treden en dan durf je het niet. Grrr. De reden in dit geval was toch dat ik de combinatiemotieven niet helemaal scherp op het netvlies had. Ik zat na h3 allerlei moeilijke dingen te bedenken met het slaan van de pion op g2 en het loperoffer op g3 had ik ook gemist. Wordt zoiets je in een stappenboekje voorgelegd, dan zie je het meteen. In een praktische partij en met meerdere combinatiemotieven achter elkaar is het toch lastiger.

Leave a Comment

0.0/5